Een whiplashletsel kan optreden als hoofd en nek ten opzichte van het lichaam een heel plotselinge versnelling ondergaan. Dat hoeft niet per se bij een auto-ongeval te gebeuren, maar bijvoorbeeld bij een val, bungee-springen, of sportbeoefening.
De rode pijlen tonen enkele plaatsen, waar bij overstrekken ernstige beschadigingen kunnen voorkomen.
Tijdens het ongeval vindt een heftige, vrije zwiepbeweging (whiplash = zweepslag) van hoofd en hals plaats, eerst in één, en vervolgens in de tegengestelde richting. Tijdens een achteraanrijding zwiepen hoofd en nek eerst naar achter en dan naar voren.
De rode pijlen tonen enkele plaatsen waar bij krachtige buiging ernstige beschadigingen kunnen voorkomen.
Deze bewegingen gaan met veel snelheid en kracht gepaard. Daardoor kunnen er onder meer door uitrekking, compressie en verschuiving (micro)letsels ontstaan van allerlei structuren zoals wervellichamen, wervelgewrichtjes, tussenwervelschijven, banden, spieren, zenuwbanen en hersenweefsel. Als op het moment van het ongeval het hoofd gedraaid was, is de kans op letsel groter.
|