Schouderpijn
- Wat moet je altijd doen
- Biomechanische schouderklachten
Schouderpijn
Met de schouder duiden we aan: het schouderblad, de bovenarm, het schoudergewricht, de schouderspieren en -pezen. De schouder vormt niet alleen het aanhechtingspunt van de armen aan de romp, maar zorgt er tevens ook voor dat wij die armen in alle richtingen kunnen bewegen. De schouder is het meest beweeglijke gedeelte van het lichaam.
De werking arm / schouder kunnen we het beste vergelijken met de werking van een hijskraan. Door de lange arm kan de hijskraan een enorm gewicht verplaatsen over een grote afstand, het tegengewicht zorgt ervoor dat de kraan stabiel blijft.
De vergelijking met de schouder gaat als volgt: de afstand hand / schouderafstand is onze lastarm. Wie met gestrekte arm een gewicht van 10 kg voor zich uit draagt, verwekt in het schoudergewricht een trekkracht van 120 kg (tegengewicht). De schouder wordt dus zwaar belast en is daardoor kwetsbaar.
Er zijn heel wat mogelijke oorzaken voor schouderpijn. We spreken over biomechanische klachten wanneer de oorzaak een aandoening betreft van het houdings- en / of bewegingsapparaat. De term aanverwante klachten duidt op een andere oorzaak (bv door reuma, neurologische aandoeningen, operatie enz).
Wat je altijd moet doen
Wat je echter altijd moet doen.
- werk en beweeg met je schouder dicht bij je ribben, zo beperk je de hefboomwerking en ook de krachten op je schouder geef je schouder voldoende rust door regelmatig, al is het kort, je arm te steunen (bv op bureau of tafel). Doe dat echter niet als het steunen op zich pijn doet.
- blijf in conditie, dus elke dag voldoende bewegen, doch wel op een veilige manier, ook met een gekwetste schouder.
- vermijd wel sporten en activiteiten die de schouder belasten zoals zwemmen en tennis
- doe elke dag (of meerdere keren per dag) de opdrachten* die je aangeleerd worden, zo voorkom je verstijving en versnel je het herstel.
*opdrachten: de bewegingsconsulent zal je bij kwetsuren een aangepast oefenprogramma geven volgens de aard van je aandoening, bij aanverwante problemen wordt in overleg met de behandelende arts een herstelprogramma op maat gemaakt.
Biomechanische schouderklachten
Overbelaste spieren: door samentrekken en ontspannen zorgen de schouderspieren ervoor dat de arm kan bewegen. Bij overbelasting (té lang gewerkt of met té grote trekkracht) ontstaat er oververmoeidheid van de spier, een letsel of zelfs een scheur.
Overbelaste pezen:
de pezen (de uiteinden van de spieren) hechten als een kap aan de kop van het opperarmbeen, vandaar de benaming rotatorencuff. Ook de pezen kunnen overbelast worden, of bij een val op de schouder scheuren. De pijn die je dan voelt kan intens zijn en wisselend, vaak heb je ook s nachts pijn. Bij een scheur van de schouderpees zullen een aantal handelingen moeilijk worden zoals het haar kammen, aankleden enz. Daarom worden je zo snel mogelijk alternatieve (minder belastende) handelingen aangeleerd om de schouder te beschermen en om toch de dagelijkse activiteiten te kunnen doen.
(Rotatoren: rotatie = draaien, omwentelen)
(Cuff = omslag zoals van een mouw)
Inklemming (impingement )
dit kan je het gemakkelijkst begrijpen aan de hand van de tekening (zie instabiliteit). De kop van het bovenarmbeen wordt overkoepeld door het schouderbladdak, in de ruimte tussen beiden lopen de pees en de slijmbeurs (bursa). Tijdens het zijwaarts heffen van de arm (tussen 60° en 120°) wordt de ruimte tussen kop en dak kleiner. Bij mensen met een foutieve stand van het schouderblad of bij een foutieve stand van de bovenarm kunnen pees en/of slijmbeurs sneller ingekneld raken, waardoor ze gaan zwellen.
Gevolg: ze nemen meer plaats in en zo belanden we in een vicieuze cirkel.
Symptomen:
men voelt een meestal scherpe pijn bij een specifieke houding van de arm, dikwijls half-zijwaarts geheven.
Bursitis.
Wanneer de slijmbeurs of bursa ontstoken raakt spreken we van bursitis. Men heeft meestal zeer scherpe schouderpijn, vaak acuut s nachts, met onvermogen om op de arm te liggen.
Frozen Shoulder,
(met bewegingsbeperking zoals bij een bevroren schouder). Ontstaat meestal na aanhoudende irritatie van de pees of de slijmbeurs maar ook na ongeval, operatie. Niet ongewoon bij patiënten met suikerziekte. Hier is sprake van een kwetsuur aan het gewrichtskapsel zelf met pijn en verdere, ernstige, beperking van de bewegingsmogelijkheden. Ook als iemand anders de arm tracht te bewegen lukt dit niet of niet volledig.
Instabiliteit:
het probleem bij onze schouder is dat de kop van de bovenarm vrij groot is in verhouding tot de vrij kleine kom van het schouderblad. Dat kan je op de illustratie duidelijk zien.
Daardoor is het schoudergewricht van nature niet zeer stabiel.
Als tijdens het bewegen van de arm de kop niet altijd in de schouderkom blijft dan spreken we van instabiliteit.
Dikwijls is er sprake van een te los kapsel of zijn de spieren niet in staat om de kop voldoende te fixeren.
De schouderspieren moeten dus geoefend worden om een stabielere schouder te bekomen.
Aanpak van de schouderproblematiek
Het behandelplan bij schouderletsels is analoog aan de behandelplannen voor lagerug- en nekklachten. Ook nu is er een opdeling in acute en chronische klachten en worden de richtlijnen gevolgd die als werkzaam in de medische literatuur aangegeven worden. Bij sommige schouderaandoeningen zal de Bewegingsconsulent binnen het algemeen behandelplan bepaalde technieken toepassen, zoals myofasciale technieken, eventueel enkele specifieke technieken uit de manuele therapie.......
Bron: Beweging.org