Whiplash Infosite
Whiplash-syndroom: "soms een lange lijdensweg"

Home

Wat is een Whiplash
Whiplashletsel
Whiplash Anders Bekeken
Whiplash-syndroom: "soms een lange lijdensweg"
Behandeling "post-whiplashsyndroom"
Hoe lang duurt de genezing
Behandelingen
Whiplash & Fysiotherapie
Therapie
Chiropractie & Whiplash
Praktische Tips
Whiplash-voorspelling
Rugpijn
Nekpijn
Schouderpijn
RSI
De Psycholoog
Pijn in de Nek-leer ermee leven
Verwerking van een schokkende gebeurtenis
Verschillende Slaaphoudingen
Nekpijn veroorzaakt door verkeerd liggen
Hoofdpijn vanuit de Nek
Hernia in de Nek [1]
Hernia in de Nek [2]
Anesthesie
Vernauwing Halswervelkanaal [nek]
Slechts helft Whiplashes door auto-ongeval
Achteraanrijdingen een groot probleem
De Aanrijding
Geen risico nemen bij nekletsel
Betere Hoofdsteun noodzakelijk
Whiplash op computer maakt auto's veiliger
Veiligheid
Traumatologie
Buro Slachtofferhulp
Zweepslag
Gastenboek
Links - Whiplash

I wanna date.nl - Klik hier

Affiliates.nl.

 

 

   Whiplash-syndroom:"soms een lange lijdensweg"    .

 

 

 

Veel slachtoffers van een verkeersongeval lijden aan het whiplash-syndroom en hebben last van een hele reeks klachten, die van van stramheid tot duizelen en emotionele stoornissen kunnen gaan. Meestal herstelt men zonder blijvende gevolgen. Als men toch hinder blijft ondervinden, is het doorgaans erg moeilijk om aan te tonen dat deze klachten het gevolg zijn van de whiplash.

 

Een whiplash (letterlijk zweepslag) is een zogeheten versnelling-vertragingstrauma wat optreedt wanneer de nek plots overstrekt wordt naar achteren en vervolgens overdreven naar voren buigt. Meer dan de helft van de whiplash-slachtoffers zit in een wagen die stilstaat of langzaam rijdt en die plots langs achter aangereden wordt door een vrij snel rijdend voertuig. Frontale botsingen en aanrijdingen van opzij kunnen sporadisch ook whiplash-letsels veroorzaken. Deze slachtoffers zien de wagen meestal aankomen en hebben nog de tijd om zich tegen de slag te verzetten.

 

De aanrijding langs achter veroorzaakt een plotse, krachtige voorwaartse versnelling. De auto schiet naar voren,. De autogordel zorgt ervoor dat de rug één blijft met de zetel en meegaat met de voorwaartse beweging van de auto. Het hoofd blijft, als een losse bol op de romp, door de traagheid van beweging heel even achter. Daardoor botst het met kracht tegen de hoofdsteun. Vaak zal het hoofd vervolgens weer naar voren schokken, waardoor er sprake is van een combinatie van overstrekking en overbuiging. Doordat het hoofd trager beweegt, wordt de nek naar achter overstrekt. Deze overstrekking is groter dan de normale bewegingsvrijheid. Bij de onmiddellijk volgende vertraging volgt een overdreven buigbeweging van het hoofd naar voor. Deze beweging stopt wanneer de kin tegen het borstbeen terecht komt. Beide schokken komen zó onverwachts dat het normale verdedigingsmechanisme waarbij de halsspieren zich in een reflex opspannen, geen tijd heeft om in werking te treden.

 

In België zouden er naar schatting zon 10.000 whiplash-patiënten zijn. Ongeveer 2 op 3 whiplash-slachtoffers zijn vrouwen. De reden is dat zij minder stevige nekspieren hebben. Bovendien rijden zij vaak mee als passagier, waardoor ze zich doorgaans minder bewust zijn van het gevaar.

 

Hoewel het dragen van een autogordel het aantal sterfgevallen beduidend vermindert, lijkt het vanuit het oogpunt van whiplash niet zo goed. De gordel fixeert de rug in de botsing, wat de beweging van de nek versterkt.

 

In afwachting van whiplash-veilige auto's kan u zelf de kans op whiplash beperken door de afstand tussen hoofd en hoofdsteun zo klein mogelijk te maken. Dat houdt in dat u de rugleuning van de autozetel goed verticaal moet zetten en dat de bovenkant van uw hoofdsteun ongeveer gelijk moet lopen met de bovenkant van uw hoofd.

 

Letsels

 

De ontstane letsels zijn meestal ernstig. In de hals worden de zachte weefsels rondom de wervelzuil ernstig beschadigd, zonder dat er van breuken of ontwrichtingen sprake is.

 

De gewrichtsbanden die de halswervels in de lengterichting aan elkaar houden, zijn geheel of gedeeltelijk gescheurd. Deze gewrichtsbanden worden soms losgerukt van de tussenwervelschijven (kraakbeenplaatjes tussen de wervels) die hierbij ernstig gekwetst worden. De tussenwervelschijven of de wervels kunnen verschuiven en druk uitoefenen op het ruggemerg.

 

De halsspieren, de zenuwen en de kleine bloedvaatjes worden brutaal uitgerekt. Ook de hersenstam en zelfs de hersenschors kunnen beschadigd worden.In de zachte weefsels kunnen later ontstekingsverschijnselen ontstaan.

 

Zoals bij elk gewrichtsbandletsel heeft men vooral hinder van pijn en bewegingsbeperking. Soms wordt onmiddellijk na het ongeval geen of slechts weinig pijn gevoeld en ontstaat deze pas na uren of zelfs na dagen.

 

De pijn begint doorgaans aan de basis van de nek tussen de schouders. Ze kan uitstralen naar het achterhoofd of tussen de schouderbladen.

 

Soms straalt de pijn uit volgens het verloop van de zenuwwortels die in de halsstreek vertrekken tot aan de ellebogen en zelfs tot in de handen. Dit wordt radiculaire pijn genoemd. Ze gaat soms gepaard met een onaangenaam tintelend of brandend gevoel (paresthesie ) tot in de vingers.

 

De bewegingsvrijheid van de halswervelzuil is meestal niet erg beperkt. Toch klagen heel wat slachtoffers van stramheid.

 

Misselijkheid, duizeligheid, gezichtsstoornissen, oorsuizingen en hevige hoofdpijn zijn het gevolg van letsels aan de hersenstam en de hersenschors. Dit verklaart ook het soms laattijdig optreden van geheugenstoornissen, concentratieverlies, angst en depressie.

 

Soms worden ook de keelholte, het strottenhoofd of de slokdarm beschadigd, waardoor slikstoornissen en spraakmoeilijkheden kunnen voorkomen.

 

Onderzoek

 

Radiologisch onderzoek van whiplashpatiënten levert echter meestal weinig op. Letsels aan gewrichtsbanden en spieren zijn nu eenmaal moeilijk op te sporen. Dat veroorzaakt nogal eens problemen met de verzekeringsmaatschappij. Met het argument dat er geen objectief meetbare klachten zijn, probeert die uitbetaling af te wimpelen. Op een recent congres van de Nederlandse Whiplash Stichting zorgde een psychiater voor opschudding toen hij beweerde dat whiplash een psychiatrische ziekte is, een vluchtroute voor mensen die de moderne maatschappij niet aankunnen. Prof. Guy Vanderstraeten van het Gentse UZ is genuanceerder. "Onzekerheid over het invaliditeitspercentage en de vergoeding die de verzekeringsmaatschappij zal toekennen maakt whiplash vaak chronisch. Een snelle uitspraak verbetert de prognose. Daarnaast herstellen zelfstandigen sneller dan bedienden."

 

- Het lichamelijk onderzoek onmiddellijk na het ongeval is dikwijls volledig normaal.

 

- Soms bestaan er spasmen van de nekspieren, wat eventueel gepaard kan gaan met een verminderde beweeglijkheid van de halswervelzuil.

 

- Af en toe stelt men een krachtvermindering en abnormale peesreflexen vast in de bovenste ledematen.

 

- Een gedetailleerd radiografisch onderzoek van de halswervels helpt om beenderige letsels, zoals breuken en ontwrichtingen, uit te sluiten. Enkele weken na het ongeval kunnen dynamische opnamen, waarbij de nek maximaal geplooid en gestrekt wordt, voor bijkomende informatie zorgen.

 

- Meestal levert een dergelijk onderzoek geen sluitend bewijs. Integendeel zelfs, als sporen gevonden worden van degeneratieve verschijnselen die eerder het gevolg zijn van veroudering, wordt dit vaak aangegrepen als argument om te zeggen dat de klachten worden veroorzaakt door artrose en niet door het ongeval.

 

- Een elektromyogram (EMG) meet de elektrische activiteit van de zenuwen en de dwarsgestreepte spieren. Het is een goed technisch hulpmiddel om echte zenuwletsels, die oorzaak zijn van radiculaire pijn en paresthesieën, objectief aan te tonen. De resultaten van dit onderzoek kunnen echter volledig normaal zijn ook al voelt het slachtoffer toch erge klachten.

 

- Het elektro-encefalogram (EEG) meet de elektrische activiteit van de hersenen. Bij 1 op 2 whiplash-slachtoffers is dit elektro-encefalogram gestoord, maar de afwijkingen zijn niet typisch voor een whiplash.

 

- Met een computertomografie (CT-scan) of een kernspintomografie (NMR-scan) kunnen soms scheurtjes aan de gewrichtsbanden en bijkomende letsels aan de tussenwervel- schijven aangetoond worden. Zelfs wanneer deze gesofistikeerde onderzoeken negatief zijn, mag men een whiplash-syndroom niet uitsluiten.

 

Het gevolg is dat maar aan een zeer beperkte groep een geringe graad van blijvende ongeschiktheid toegekend wordt. Het slachtoffer voelt zich daardoor dikwijls miskend.

 

Prognose

 

Ruim 95 % van alle whiplash-letsels evolueren gunstig. Na enkele weken kunnen de meeste slachtoffers hun beroepsbezigheden reeds hernemen. Binnen 3 maanden is meer dan 70 % klachtenvrij en is meer dan 85 % opnieuw aan het werk.

 

Toch blijft 5 % belangrijke klachten hebben, zelfs tot meer dan 2 jaar na het ongeval. Het betreft voornamelijk uitstralende pijn, hoofdpijn, duizeligheid en depressie. De letsels zijn bij 1 % van de slachtoffers zo zwaar dat zij tot een ernstige invaliditeit leiden.

 

Aan de hand van een aantal factoren kan men dit laattijdig whiplash-syndroom voorspellen:

 

- de aanwezigheid van belangrijke klachten meer dan 3 maand na het ongeval;

 

- neurologische afwijkingen zoals uitstralende pijn, gevoelsstoornissen, veranderingen in de peesreflexen, spierzwakte en spieratrofie;

 

- radiografisch aangetoonde verouderingsverschijnselen aan de halswervelzuil die los staan van het ongeval, zoals b.v. artrose;

 

- duidelijke afwijkingen op het elektromyogram, het elektro-encefalogram, en de computer- of de kernspintomografie.

 

De prognose hangt af van diverse factoren. Het spreekt vanzelf dat de kracht van de botsing meespeelt. Volgens whiplashpatiënten zijn de artsen die na drie à vier maanden nog in whiplash-klachten geloven, nog steeds in de minderheid, hoewel de situatie beter is dan tien jaar geleden.

 

Vaak wordt een indeling van whiplashpatiënten gemaakt volgens de ernst van de klachten:

 

- Graad 1: patiënten met nekklachten zonder duidelijke oorzaak.

 

- Graad 2 en 3: patiënten met bijkomende klachten van spierpijn, verminderde beweeglijkheid van de nek, vermindering van het gevoel of de kracht in de armen, duizeligheid en stoornissen in geheugen, concentratievermogen en gezichtsvermogen.

 

- Bij groep 1 tot 3 gaat het alleen om letsels van de gewrichtsbanden en spieren die de wervels samenhouden. In de meeste gevallen van whiplash blijft het daarbij.

 

- Graad 4: bij deze patiënten zijn ook wervels en tussenwervelschijven beschadigd. Vaak veroorzaakt de whiplash dan een hernia, waarbij een tussenwervelschijf scheurt en mogelijk druk veroorzaakt op zenuwen en soms ook op het ruggemerg.

 

Whiplash komt iets vaker bij vrouwen voor dan bij mannen, mogelijk omdat zij in hun vaak kleinere wagens bij een aanrijding een grotere slag krijgen. Ook de stand van de hoofd op het moment van de botsing is van belang. Iemand die recht vooruit keek, heeft minder kans op letsels in zenuwen en gewrichtjes dan iemand wiens nek gedraaid was. Wie voorbereid was op de schok en dus in afwachting zijn spieren opspande, is ook beter af. Daarnaast speelt de toestand van de wervels op het ogenblik van de botsing een rol. Dat verklaart het snellere herstel van jongere mensen tegenover ouderen.

 

Behandeling

 

Er bestaan geen algemeen aanvaarde behandelingsmethoden voor whiplash. Vroeger was de tendens de patiënt langdurig thuis te houden, met veel rust en kinesitherapie. Maar daarvan is men meer en meer teruggekomen. Nu gaat men ervan uit dat de patiënten zo snel mogelijk actief moeten zijn.

 

- Voor patiënten van graad 2 of 3 zou het dragen van een halskraag gedurende maximaal 3 dagen, in combinatie met een rustperiode van 3 à 4 dagen aangewezen zijn, eventueel samen met pijnstillers of ontstekingsremmers.

 

Een slecht aangelegde kraag waarbij het hoofd in hyperextensie gedwongen wordt, doet meer kwaad dan goed omdat hierdoor de reeds bezeerde weefsels nog meer worden uitgerekt.

 

De kraag moet ook tijdens het slapen gedragen worden.

 

Men mag de kraag zeker niet te lang dragen omdat daardoor de halsspieren verzwakken waardoor de klachten blijven aanslepen.

 

 - Ontstekingswerende geneesmiddelen, spierontspanners, pijnstillers, lichte kalmeermiddelen worden vooral tijdens de eerste dagen na het ongeval gebruikt . Sterke pijnstillers worden niet of slechts uitzonderlijk gegeven.

 

- Een lokaal gebruik van koude of warmte heeft eveneens een gunstige invloed. Warme omslagen of infraroodstralen brengen vooral in het begin heel wat verlichting. Men moet echter voorzichtig te werk gaan met warmte omdat dit de ontstekingsverschijnselen kan aanwakkeren. De warmtetherapie mag bijgevolg slechts gedurende een 20-tal minuten en hoogstens éénmaal om de 3 uur toegepast worden.

 

- Chronische pijnklachten en spierspasmen reageren beter op afkoeling met ijs.

 

- Kinesitherapie start men best zo snel mogelijk na het ongeval. De behandeling bestaat uit ultrasoontherapie (met geluidsgolven die door het menselijk gehoor niet gehoord kunnen worden), hydrotherapie en voorzichtige oefeningen van de halsspieren binnen de pijngrens, zonder evenwel bijkomende spasmen te veroorzaken. Vervolgens tracht men geleidelijk de verloren beweeglijkheid en kracht door aangepaste oefeningen te herwinnen.

 

- In een later stadium kunnen voorzichtige uitrekkingen van de halswervelzuil volgens de lengteas van het lichaam door een ervaren kinesist soms nuttig zijn. Hierdoor krijgen de halszenuwen die tussen de halswervels lopen, wat meer ruimte zodat hun pijnlijke prikkeling vermindert.

 

- Tot nu toe is het niet bewezen dat lasertherapie, chiropraxie (het kraken of met de handen bewerken van de wervelkolom) of acupunctuur enige positieve invloed hebben. Brutale, krachtige manipulaties van de halswervelzuil moeten onmiddellijk na het ongeval absoluut vermeden worden.

 

 verschenen op gezondheid.be : 1-Dec-2000..