ICD-Informatiesite
Angst, Onzekerheid & Tips

Home

Waarom krijgt iemand een ICD
Wat is een ICD
De werking van een ICD
Het ontstaan van de ICD
Nieuwe ontwikkelingen in de ICD technologie
Wat is een Pacemaker ?
Techniek in & om de Pacemaker
Een ICD als Levensverzekering
Uitleg omgang apparatuur
De Werking van het Hart
Het Bewustzijn
Reanimatie
De Ademhaling
Automatische Defibrillator
Automatische Defibrillator - Vervolg
Hartziekten
Hartinfarct
Hartklepgebreken
Hartfalen
Aangeboren Hartafwijking
Vaat - aandoeningen
Syndroom van Marfan
Onderzoeksmethoden
Behandelingen
Aanpak Hartfalen
DNA-diagnostiek Cardiomyopathie
Nieuwe operatie technieken
Anesthesie
Stamceltransplantatie
Hartinsufficiëntie
Wachttijden
Hartoperatie's Buitenland
Leven met Hartfalen
Hartritmestoornissen
ECG
EFO - Ablatie
De Fietsproef
Medicijnen
Posttraumatische dystrofie
Reizen met een ICD
Autorijden met een ICD
Procedure - CBR
Bezorgdheid
Angst, Onzekerheid & Tips
Leren omgaan met Angst
Verwerking van schokkende gebeurtenissen
Traumatologie
Hartverwarmende opmerkingen
Te Hoog Cholesterol
Te Hoge Bloeddruk
Hypertensie
Hartrevalidatie & Lichamelijke inspanning
Hart in Beweging - HIB
Mijn interview in de Hartbrug
Interview met Donorwachtende
Interview met een Donor-ontvangster
Lotgenoten
Nieuwsbrief
Agenda
Werkgroepen - Federatie Hartezorg
Aangesloten organisaties van de Federatie Hartezorg
Hart en ICD Centra in Nederland
Herbalife
Gastenboek
Links

 

 

      Angst, Onzekerheid & Tips        

 

 

 

Het ongemak van een schok. Een schok kan pijnlijk en beangstigend zijn. U wordt op dat moment geconfronteerd met het feit dat u afhankelijk bent van uw inwendige defibrillator. Anderen vinden dit juist prettig; ze weten dan dat hun defibrillator het doet. Als een schok na een lange periode zonder ritme stoornissen optreedt kan dat extra confronterend werken.

 

Sommige mensen zijn bang dat hun batterij leeg raakt en dat de defibrillator het dan laat afweten op het moment dat hij nodig is. De regelmatige controles voorkomen dit echter. Bij mij is het zo afgesteld dat op het moment de batterij leeg geraakt, er 's morgens om half negen een piepsignaal afgaat. Dit houdt echter niet in dat de batterij dan gelijk leeg is, maar er moet dan wel binnen vijf weken een nieuwe batterij ingezet worden.

 

De angst bestaat dat u, na een schok, misschien niet meer naar plaatsen durft te gaan waar men niets afweet van een inwendige defibrillator. Of bent u bang dat u publiekelijk een schok krijgt en schaamt u zich hiervoor. Dit kan er op de lange duur toe leiden dat u minder onderneemt en minder sociale contacten onderhoudt.Mijn ervaring is, dat ik een schok als bijzonder angstig ervaar. Vooral als het een tijdje goed gaat, je bouwt dan een zelfvertrouwen op en je durft meer dingen te ondernemen. Maar als er weer een schok komt, dan slaat de angst en de onzekerheid weer toe, en kun je weer van vooraf aan beginnen.                                                                                                                       

 

Tip: probeer in zo'n periode dan zoveel mogelijk sociale contacten te leggen en probeer zoveel mogelijk over je angst te praten. Probeer de draad weer op te pakken en ga iets ondernemen, zodat je afleiding hebt. Doe je dat niet en je gaat piekeren, dan geraak je in een gigantische 'downstemming'. En wordt het steeds moeilijker om die angst van je af te zetten. Zie voor leren leven met angst de volgende pagina.

 

 

 

                                Tips en Informatie

 

           Angsten en Fobieën            

                                        

 

 

 

Iedereen is wel eens bang. Gelukkig maar. Angst kan mensen waarschuwen voor naderend gevaar, bijvoorbeeld als je wakker schrikt omdat je een brandlucht ruikt. Maar sommige mensen hebben last van angsten terwijl de omstandigheden daartoe geen aanleiding geven. Ze worden niet bedreigd, maar raken toch helemaal in paniek: het koude zweet breekt hen uit, hun hart gaat als een bezetene te keer, ze staan te bibberen op hun benen en halen snel en hijgend adem. Soms worden ze daarbij ook duizelig en misselijk. Mensen die dit vaak overkomt, lijden aan een paniekstoornis. Ze worden op de meest onverwachte momenten overvallen door de angst om dood te gaan, gek te worden, of de controle over zichzelf te verliezen.

 

Fobieën

Mensen die een paar keer zo'n onverwachte angstaanval hebben meegemaakt, kunnen erg onzeker raken. Ze worden bang voor de angstaanvallen. Ze zijn steeds meer geneigd die situaties te vermijden waarin zich een aanval heeft voorgedaan. Zo ontwikkelen ze geleidelijk een fobie. Sommige fobieën gaan gepaard met gerichte angsten, bijvoorbeeld voor spinnen, honden of bloed. Deze enkelvoudige fobieën kunnen op vrijwel alles betrekking hebben. Andere fobieën zijn breder, zoals de angst voor mensen, om te falen of te blozen. Dit zijn de sociale fobieën. Mensen met een sociale fobie zijn vaak extreem verlegen. Ze voelen zich voortdurend kritisch bekeken en hebben steeds het gevoel het 'niet goed' te doen. Daardoor zijn ze bang om (nieuwe) contacten aan te gaan en raken ze steeds geïsoleerder. Iemand met straat en pleinvrees (agorafobie) durft nauwelijks alleen thuis, op straat of in grote drukke ruimtes te zijn. In die situaties voelt zo iemand zich in de steek gelaten, weerloos en doodsbang. Daarom gaat hij deze situaties vermijden, met als gevolg dat de wereld steeds kleiner wordt. Deze fobieën komen het meeste voor.

 

Dwangstoornissen

Als iemand een dwangstoornis heeft, dwingen angst en onrust hem ertoe een bepaalde handeling steeds opnieuw te verrichten. Dat kan bijvoorbeeld zijn: de handen wassen, controleren of het gas uitstaat of het huis schoonmaken. Dat moet die persoon steeds opnieuw doen, ook al heeft hij het die dag al tien keer gedaan. Deze dwanghandelingen slokken zo een groot deel van de tijd op.

 

Hyperventilatie

Angstaanvallen en fobieën gaan meestal gepaard met hyperventilatie. De angst maakt dat mensen dieper en sneller gaan ademhalen. Het teveel aan zuurstof dat ze zo binnenkrijgen, raken ze niet kwijt door in actie te komen. Daardoor kan iemand die hyperventileert onder meer last krijgen van duizeligheid, het gevoel flauw te vallen, benauwdheid, kortademigheid, hartkloppingen, een droge mond en tintelingen in vingers en andere ledematen. Het kan lijken alsof de dood nabij is. Deze angstaanjagende gevoelens maken paniekaanvallen tot zo'n bedreigend gebeuren.

 

Leven met angsten en fobieën

Steeds opnieuw het huis moeten poetsen, de deur niet uit durven, niemand aan durven kijken: als je een fobie, angst- of dwangstoornis hebt, wordt het leven daar vaak volledig door bepaald. Als zo'n stoornis lang blijft bestaan, kun je er zelfs je werk door verliezen en sterk vereenzamen. Ook voor de partner, familie en vrienden betekent dit een zware belasting. Een angststoornis of fobie kan het leven dus ernstig verstoren. Het is beter het niet zover te laten komen. Er kan veel leed worden voorkomen als de verschijnselen van een beginnende paniek, dwangstoornis of fobie zo vroeg mogelijk worden onderkend en aangepakt. Geef zo min mogelijk toe aan de angst, want daardoor wordt deze alleen maar groter. Ga de angstaanjagende situatie dus niet uit de weg, maar treedt deze juist tegemoet! En schaam u vooral niet voor uw angsten: legio mensen hebben er last van.

 

Hulp zoeken

Neemt ondanks al uw inspanningen de angststoornis toe of loopt u er al lang mee rond, aarzel dan niet om hulp te zoeken. Ontkennen lost niets op: fobieën gaan zelden vanzelf weer over. De meeste fobieën zijn goed te behandelen. Dat kan met behulp van gedragstherapie en psychotherapie, soms in combinatie met medicijnen. Ook met ademhalingstherapieën worden goede resultaten geboekt. Uw huisarts kan u verwijzen.